Waarvoor dient de karate-band of obi? Oorspronkelijk is de band er vooral om te zorgen dat de karatejas dicht
blijft zitten. In het oude China en Japan gebruikte men daarvoor een witte lap stof, die om het middel gebonden werd.
Daarnaast vestigt de band de aandacht op de buik (in het Japans: de hara; het centrum van energie volgens de
Oosterse filosofie), omdat de band op de heup gedragen wordt en de knoop daarbij lichtjes tegen de hara drukt.
Dit is belangrijk, omdat elke karatetechniek vanuit de buik begint. Het is dus goed de aandacht daarop te vestigen.
Concentratie op de hara verbetert de balans en de techniek.
Naast bovenstaande wordt aan de band ook vaak het ontwikkelingsnivo van de beoefenaar afgelezen. Deze traditie
komt voort uit de gewoonte, de banden niet te wassen. Hoe langer men trainde, hoe vuiler de band.
Eerst werd hij geel van het zweet, later groen (schimmel?), bruin en tenslotte bijna zwart. Hierin vindt het huidige
gradueringssysteem met gekleurde banden zijn oorsprong.
Het karatedo kent een gradueringssysteem met gekleurde banden. Er zijn acht graden tot de zwarte band, de zogenaamde
kyugraden (dit betekent letterlijk: jongen) en er zijn 10 zwarte band graden, de zogenaamde dangraden (letterlijk: man).
De kyugraden tellen af, terwijl de dangraden optellen. De traditionele volgorde van de banden is:
8e tot en met 4e kyu wit, 3e, 2e en 1e kyu bruin. Na de 1e kyu komen de dangraden; de zwarte banden, van 1e tot en met
10e dan. De drie kleuren wit, bruin en zwart, corresponderen met de ontwikkelingstadia die de karateka doorloopt:
Het (shu)gyo, het jutsu en het do stadium. Deze stadia corresponderen op hun beurt met de begrippen Su, Ha en Ri.
Soms wordt vanaf de 5e dan een rood-wit geblokte band, en vanaf de 9e dan een rode band gedragen.
Doel van het gradueringssysteem.
Het doel van de graduering is de beoefenaar, de andere leden van de dojo en de leraar enig idee te geven van het
ontwikkelingsnivo van de beoefenaar. De graad is een weergave van het nivo dat bereikt is. Het verkrijgen van een
graad gebeurt dus niet door het ‘halen’ van een examen, is geen eenmalige prestatie, maar een bewijs, een erkenning,
van kunnen. De toekenning van een hogere graad is daarmee een hele eer, en een stimulans om nog serieuzer te oefenen.
Meestal gaat aan een graduering wel een test vooraf, daarbij moeten de karateka laten zien dat ze ook onder de druk
van een test hun vaardigheid, zanshin, ma ai, metsuke, ri ai en dergelijke behouden.
Denk eraan, dat een stukje gekleurd band op zichzelf geen inhoud heeft. Het gaat om de betekenis voor de houder zelf.
Die weet hoe hard er voor een band is gewerkt. Het is dan ook een teken van eer om een versleten band te hebben. Daarmee
is hard gewerkt!
De zwarte band.
Vaak denken mensen dat de eerste zwarte band, de 1e dan, het einddoel van de training is. Dat is een misvatting, want
deze graad geeft eigenlijk pas het begin van de Karate do opleiding aan. Alleen de basis techniek wordt dan beheerst
en het ‘do’ gevoel heeft zich misschien eventjes laten merken. Juist op dit punt aangekomen is het van belang door te gaan,
omdat de beoefenaar nu rijp genoeg is om het karate do, ‘de weg van het karate’ werkelijk te begrijpen.
Japans gezegde om over na te denken:
Leerling: ‘Meester, wanneer krijg ik de zwarte band?’
Antwoord leraar: ‘Wanneer je hem vuil genoeg maakt, wordt hij vanzelf zwart.’